Skip to content

Control-Alt-Delete

Control-Alt-Delete

Nooit geweten dat er zoveel tijdschriften waren over het vinden van levensgeluk. In het Belgische vakantiehuisje ligt een hele stapel van voorgaande vakantiegangers. Zo is er de “Happinez”, de “Esta”, en de “Flow”. Maar ook de “Opzij” en “Psychologie” gaan grotendeels over de zoektocht naar geluk. Meestal over de keuzen in het leven, hoe om te gaan met kansen of tegenslagen (of dat nu gezondheid, relatie of werk betreft).

Is dat nu een teken van deze tijd? Dat we in toenemende mate afvragen: “Wat wil ik eigenlijk”? Zou dat vroeger anders geweest zijn? Toen werd je toekomst grotendeels bepaald door je afkomst: waren je ouders katholiek, dan werd jij dat ook. Was je vader boer, dan werd jij dat ook. Of boekhouders of huisvrouw/moeder. Gewoon omdat je ouders dat ook deden/waren en gewoon omdat je man of vrouw was. Alles grotendeels bepaald bij je geboorte.

Maar tegenwoordig is veel meer mogelijk. In feit kan je studeren wat je wilt, in ieder geval is dit financieel altijd mogelijk (door hulp van ouders en/of leningen). Nu plan je wanneer je kinderen krijgt. Je kiest uit de 300 bestemmingen waar je naar toe gaat op vakantie. Alles is dus een keuze geworden. En omdat je toekomst steeds minder van tevoren al bepaald is door afkomst of omgeving betekent het ook dat je zelf je eigen toekomst kunt beïnvloeden. En daar komt de onzekerheid (en dus al die tijdschriften).

Nu op vakantie is het voor mij ook weer een moment van bezinning. Wat wil ik eigenlijk? Welke balans zoek ik in privéleven en werk? Hoe ambitieus kan en wil ik zijn? En met welk uiteindelijk doel?

Of nog filosofischer: zou ik gelukkig zijn (of gelukkiger worden) als ik dat doel dan ook uiteindelijk heb bereikt? Of het gaat het meer om het op weg zijn náár een doel. Zo mijmer ik een beetje de vakantie door, al bladerend door voornoemde tijdschriften.

Voor Michelle van 2,5 jaar is het leven een stuk minder gecompliceerd hier bij onze Zuiderburen. Haar leven bestaat vooral uit “Gommelen” wat impliceert dat je rustig een half uur als schommelduwer moet fungeren. Om daarna snel naar de trampoline te rennen: “Pappa! Jij ook op de trampoline. Met Chelle! Kom nou!”

Stiekem ben ik natuurlijk ook wel jaloers. Als je geen keuzes hebt, dan heb je ook geen dilemma’s. Helaas word ik niet gelukkig van schommelen of trampoline-springen. Michelle is het trampoline al weer zat na 15 minuten: ze rent weer op de schommel af. Ik begin weer braaf met duwen: “Hard Pappa, harder!”. Ik start weer met mijmeren. Levensgeluk.

Back To Top